CBS geeft update van cijfers windenergie op land

Het CBS heeft de cijfers voor wat betreft productie en capaciteit van windenergie op land per provincie geüpdatet. Daarin valt een duidelijke jaarlijkse groei te zien. De Provincie Flevoland, blijft verreweg de grootste bijdragen leveren, gevolgd door Zuid Holland en Groningen. Verschillen tussen provincies kunnen toegeschreven worden aan regionale strategieën en geografische ongelijkheid.

Bron: CBS

Inzichten landelijk niveau

Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft 15 november de cijfers voor 2022 en 2023 voor windenergie op land geüpdatet. De tabel geeft definitieve cijfers tot en met 2022 en nader voorlopige cijfers over 2023. Het gaat om cijfers per provincie over de capaciteit van windmolens en de gerealiseerde elektriciteitsproductie. De gegevens zijn exclusief de in zee opgestelde windmolens. In de cijfers zijn opgenomen: vermogen, rotoroppervlak, ashoogten en aantal windmolens per provincie.

In 2023 is er een aanzienlijke toename in opgestelde windmolencapaciteit, met een duidelijke stijging in zowel het aantal windmolens als de elektriciteitsproductie. Het jaar 2023 laat duidelijke verbeteringen zien in productie-efficiëntie, wat deels toe te schrijven kan zijn aan technologische vooruitgang en goede windomstandigheden.

In 2023 werd op land 655 megawatt aan windmolens bijgeplaatst, het totaal opgestelde vermogen van 2023 kwam hiermee uit op 6 812 megawatt. De elektriciteitsproductie (genormaliseerd) is in 2023 met een kwart gestegen naar 26,7 miljard kWh.

Ondanks dat er een klein aantal nieuw geplaatste windmolens in 2023 bij gekomen is, stijgt de genormaliseerde productie aanzienlijk, wat wijst op efficiëntere technologie of gunstiger weersomstandigheden.

Bron: CBS

Flevoland

Koploper Flevoland heeft tussen 2022 en 2023 aanzienlijke vooruitgang geboekt in windenergie op land. Het aantal operationele windturbines steeg van 689 naar 1.992, wat resulteerde in een toename van het opgestelde vermogen van 1.992 megawatt. Deze uitbreiding leidde tot een genormaliseerde elektriciteitsproductie van 4.045 miljoen kWh in 2023.

De groei kan worden toegeschreven aan de geografische kenmerken van Flevoland, zoals open landschappen en gunstige windcondities. Daarnaast hebben beleidsmaatregelen en investeringen bijgedragen aan de uitbreiding van windenergiecapaciteit in de regio.

Verschillen tussen provincies

Veel provincies hebben een stijging in productie zonder een evenredige toename in het aantal windmolens of rotoroppervlak, wat kan wijzen op modernisering van bestaande windmolens.

Groningen laat een lichte groei zien in het aantal operationele windmolens en opgewekte energie. Friesland heeft een relatief hoge productie-efficiëntie, mede door modernere windmolens en goede windcondities.

De productie stagneert in Overijssel en Drenthe. Drenthe toont enige groei in vermogen, maar de totale bijdrage blijft beperkt. Overijssel heeft in 2023 geen nieuwe windmolens toegevoegd en blijft een van de kleinere bijdragers aan de nationale productie.

CBS constateert dat de kustprovincies zoals Flevoland, Groningen en Friesland profiteren van gunstige windomstandigheden, wat leidt tot hogere energieopbrengsten. Provincies met uitgestrekte open landschappen, zoals Flevoland, bieden meer ruimte voor de installatie van windparken. 4. Windenergie | CBS

Bron: CBS

Regionaal beleid

CBS constateert verschillen in regionaal beleid. Sommige provincies hebben proactieve beleidsmaatregelen en subsidies geïmplementeerd om de ontwikkeling van windenergie te stimuleren.

Regionale verschillen in publieke houding ten opzichte van windenergie kunnen daarbij invloed hebben op de snelheid en de voortgang van het het tot stand brengen van windenergieprojecten.

Toelichting van CBS bij de cijfers

Per 2024 wordt de elektriciteitsproductie nu gepubliceerd inclusief eigen verbruik van de windmolens, deze wijkt dus ongeveer 2% af ten opzichte van voorgaande publicaties. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd en sluiten aan bij de meest recente inzichten. Hierdoor zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht, dit heeft ook uitwerking op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023 en daarmee ook op de genormaliseerde productie.

Voorlopige cijfers over het voorafgaande jaar verschijnen elk jaar in juni. Deze cijfers worden daarna bijgesteld in december en blijven nader voorlopig. Definitieve cijfers verschijnen in december in tweede jaar na het verslagjaar.

Bekijk al het nieuws

Ontdek de voordelen van het NedZero Lidmaatschap

Meer informatie

Wij zijn NedZero, de branchevereniging voor windenergie.

Arthur van Schendelstraat 600
3511 MJ Utrecht

Contact
Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws:

Inschrijven
Volg ons
Privacyverklaring Disclaimer