De Noordzee is een van de drukste zeeën ter wereld, met naast de windmolenparken, gebruik door onder andere visserij, scheepvaart, zandwinning en de productie van olie en gas. Parallel aan de verdere ontwikkeling van offshore wind, vinden op de Noordzee de komende decennia belangrijke verschuivingen plaats als veel olie- en gasvelden ophouden met de productie en bijbehorende infrastructuur ontmanteld wordt. Dat vraagt om secuur- en natuurvriendelijk beleid. De windsector zoekt hierin graag de samenwerking op. Ook om van opgedane kennis en ervaring van de olie- en gassector te kunnen leren. (Foto: Wintershall Noordzee B.V.)
"Als we in dit tempo doorgaan, hebben we in tien jaar tijd 60% van alle platforms in de Noordzee verwijderd."
Situatie olie- en gassector
In vergelijking met de totale regionale Noordzee is de omvang van het Nederlandse te ontmantelen deel relatief klein, ongeveer 10% van het regionale totaal in termen van te verwijderen tonnage en platformgrootte. Hoewel er een goed overzicht is van alle infrastructuur die ontmanteld moet worden, is de timing sterk afhankelijk van nationale en internationale ontwikkelingen.
Afgelopen jaar zijn er acht olie- en gasplatforms uit de Noordzee gehaald, tegen vijf in de drie jaar daarvoor. Er komt beweging in de markt schrijft het FD.
Vandaag de dag zijn er nog zo'n 150 platforms en onderling verbonden pijpleidingen die olie en gas produceren en transporteren. Veel olie- en gasvelden zullen uiteindelijk ophouden met de productie als ze aan het einde van hun economische levensduur zijn gekomen. De ontmanteling van infrastructuur en het herstel van productie- en verwerkingslocaties maken deel uit van de normale bedrijfscyclus, waarbij de exploitatiemaatschappij verantwoordelijk voor de veilige, duurzame en milieuvriendelijke uitvoering van het werk. Dat meldt Nexstep, het nationaal platform voor hergebruik & decommissioning van olie- en gasplatformen in haar op 2 juli verschenen Index-rapport 2024: ‘Responsible decommissioning’.
Nexstep is een gezamenlijk initiatief van de Nederlandse staat, vertegenwoordigd door EBN en de Nederlandse olie- en gasindustrie, vertegenwoordigd door Element NL. Het platform heeft als opdracht bij te dragen aan efficiënt, veilig en milieuvriendelijke hergebruik en ontmanteling van de olie- en gasinfrastructuur in Nederland.
Ontmanteling, hergebruik en herbestemming
Ontmanteling omvat verschillende activiteiten voor putten, installaties en pijpleidingen. Voor putten betekent dit afsluiten en veilig verlaten. (P&A, oftewel ‘Plug and Abandon’). Met deze techniek wordt de boorput na voltooiing van de exploitatie veiliggesteld en permanent gesloten. Dit gebeurt door het aanbrengen van (cement)pluggen, afdichtingen en vloeistoffen in de boorput, en het doorsnijden van de behuizing onder de zeebodem of het landoppervlak, waardoor de zeebodem of het landoppervlak weer in de oorspronkelijke staat terugkeert.
Voor offshore-installaties (platformen) betekent dit het schoonmaken en verwijderen van decks, jackets en heipalen. Voor installaties op het vaste land betekent dit schoonmaak en verwijdering, waarbij de site in zijn oorspronkelijke staat wordt teruggebracht. Bij pijpleidingen gaat het om schoonmaken en buiten bedrijfstellen, en eventueel waar nodig verwijderen.
Hergebruik betekent het gebruik van reservoirs, decks, jackets, pijpleidingen en putten voor het oorspronkelijke doel (gas en oliewinning) of nieuwe doeleinden. Voorbeelden hiervan zijn de verplaatsing van offshore platformen om andere velden te realiseren.
Dan is er ook nog herbestemming. Hieronder wordt verstaan het gebruik van reservoirs, decks, jackets, pijpleidingen of putten voor alternatieve doeleinden, zoals CO2-opslag, transformatorlocaties voor windmolenparken, power-to-gas (bijvoorbeeld waterstof uit windenergie) en andere activiteiten op het gebied van hernieuwbare of geothermische energie.
Proces van ontmanteling
Aan het uitvoeren van ontmanteling gaan meestal enkelen jaren van zorgvuldige planning vooraf. Het omvat veel stappen waar verschillende belanghebbenden bij zijn betrokken. De service-industrie levert vaak technische en logistieke diensten.
De feitelijke afsluiting van één boorput duurt doorgaans enkele weken, afhankelijk van de complexiteit van de operatie. De fysieke verwijdering van een offshoreplatform kan weken tot maanden duren, afhankelijk van de complexiteit en grootte van de installaties. Het herstellen van een terrein op het vaste land is een langer proces en duurt veelal enkele maanden. Funderingen, kabels en pijpleidingen worden, vóór herstel van de locatie naar de oorspronkelijke staat, verwijderd in overeenstemming met de wensen van de grondeigenaar.
De ontmantelingsactiviteiten zijn gebonden aan nationale en internationale wetgeving waaraan de exploitanten zich volledig houden. Voorafgaand aan de ontmanteling moet een werkplan ter goedkeuring van de autoriteiten worden voorgelegd. De bevoegde instantie daartoe is het Staatstoezicht op de Mijnen.
Natuurvriendelijk ontmantelen
Intensief gebruik van de Noordzee, gecombineerd met klimaatverandering, heeft de natuur in de Noordzee in een slechte staat achtergelaten. Om de toekomstige veerkracht van de Noordzeenatuur te waarborgen, moet de druk van menselijke activiteiten dringend verminderd worden - 'passief herstel' - gecombineerd met actief herstel van specifieke natuurvormen zoals riffen. In het Noordzeeakkoord, zijn afspraken gemaakt over een samenhangende aanpak van de energie-, voedsel- en natuurtransitie, gericht op het bereiken van een gezonde Noordzee.
In het Noordzeeakkoord, zijn afspraken gemaakt over een samenhangende aanpak van de energie-, voedsel- en natuurtransitie, gericht op het bereiken van een gezonde Noordzee.
Het project 'Natuurvriendelijke ontmanteling van activa in de Noordzee' is een gezamenlijk initiatief van EBN, Nexstep, Element NL, Natuur & Milieu, NedZero en Stichting de Noordzee. Hierin wordt gekeken of, en zo ja onder welke voorwaarden, elementen van menselijke objecten, die normaliter zouden worden verwijderd - zoals kunstmatige riffen of onderdelen van energie-installaties – ook op lange termijn een meerwaarde kunnen leveren aan de natuur.
Uitgangspunten zijn de technieken die gebruikt worden bij verwijdering en de beoordeling van de natuurversterkende waarde van elementen. Projectmanager van 'Natuurvriendelijke ontmanteling' Anne-Mette Jørgensen legt uit dat infrastructuur zo verwijderd kan worden dat dit zo min mogelijk verstoring veroorzaakt voor de omliggende omgeving. Bijvoorbeeld door componenten los te maken door de inzet van trillingen in plaats van deze met brute kracht uit de zeebodem te trekken.
Ook is belangrijk goed te kijken naar de ecologische meerwaarde van de verschillende elementen. Zo zou beter bekeken moeten worden welke soorten aanwezig zijn op of nabij een structuur en naar hun invloed op de biodiversiteit en de voedselketen van het omliggende ecosysteem. Als de conclusie is dat delen van een structuur een aanzienlijke meerwaarde heeft voor het ecosysteem, zou ervoor kunnen worden gekozen om deze componenten permanent in de zee achter te laten. Mits dit op de betreffende locatie ook veilig kan. Denk bijvoorbeeld aan de onderbouw van een gasplatform of de erosiebescherming van een windturbine.
Het blijft de verantwoordelijkheid van de eigenaar van een structuur om de overige delen van de infrastructuur te verwijderen in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving. Als besloten wordt om elementen permanent in zee achter te laten zou dit puur op basis van natuurgerelateerde overwegingen moeten gebeuren.
Samenwerking met wind
"Samenwerking drukt de kosten", zegt Starink in het FD. In de offshore sector waar alles per definitie groot en ook duur is, kan het tientallen en misschien wel honderden miljoenen euro's schelen wanneer de ontmantelingsklussen van bedrijven naadloos op elkaar aansluiten.
Maar er zijn meer redenen waarom de olie- en gassector voor ontmanteling samenwerkt met bijvoorbeeld de windsector. Volgens Jørgensen staan de olie- en gasindustrie en de windindustrie voor vergelijkbare uitdagingen op het gebied van ontmanteling.
Zowel olie- en gasinstallaties als windparken zijn in principe onderworpen aan een strikte verwijderingsverplichting, met specifieke regelgeving met betrekking tot pijpleidingen en kabels, legt Jørgensen uit. Samenwerking met de olie- en gassector biedt meerwaarde voor de windsector, omdat olie en gas al veel ervaring heeft met de ontmanteling van infrastructuur en het bereiken van overeenkomsten met de staat over de overdracht van lange-termijn verantwoordelijkheden.
Ook kunnen olie- en gasinstallaties, net als scheepswrakken, dienen als voorbeelden voor de te verwachten ontwikkeling van ecologische waarden op en rond windturbines. Het is zelfs mogelijk dat onderdelen van olie- en gasplatforms die zich in de windparken bevinden, op de lange termijn een rol zouden kunnen spelen in natuurversterkende activiteiten in windparken. Voor de olie- en gassector heeft samenwerking met de windsector toegevoegde waarde vanwege de schat aan kennis binnen de windsector over natuurversterkend bouwen.
Lange-termijn verantwoordelijkheid
Een cruciaal element dat nog niet volledig is uitgewerkt, is wie de lange-termijn verantwoordelijkheid draagt voor kunstmatige riffen en achtergelaten infrastructurele elementen. Volgens de huidige wetgeving blijven de olie- en gasbedrijven die een platform bezitten permanent verantwoordelijk voor monitoring en onderhoud, ook na beëindiging van de productie. Maar als je elementen permanent achter wilt laten in zee ten behoeve van de natuur is geen wenselijke situatie: energiebedrijven zijn geen natuurbeheerders en kunnen ook geen garanties bieden dat zij over honderd jaar nog bestaan.
Jørgensen: “Als natuurversterkende objecten na gedeeltelijke ontmanteling worden achtergelaten, moet de lange-termijn verantwoordelijkheid voor die objecten worden overgedragen aan een onafhankelijke en 'permanente' instantie, zoals de staat. Het doel van dit project is om dit soort opties te verkennen, waarbij ook lessen worden meegenomen uit de mijnbouw en andere landen. Het onderliggende principe zal zijn dat monitoring en beheer vanuit het perspectief van de natuur moeten worden uitgevoerd en dat het behoud en de bescherming van de natuur het uitgangspunt moeten zijn voor alles. De verantwoordelijkheid voor zaken die niks met natuur te maken hebben, zoals putten, blijft ongewijzigd.”
Knelpunten
Er is een krappe arbeidsmarkt met een tekort aan technisch gekwalificeerd personeel, wat leidt tot vertragingen in ontmantelingsprojecten. De vergrijzing van het personeelsbestand vormt een risico voor het verlies van knowhow. Bovendien neemt de aantrekkingskracht van de olie- en gassector af in vergelijking met de sector voor hernieuwbare energie. De ontwikkeling van offshore windparken zet druk op het gebruik van offshore barges en zware hijsschepen. Samenwerking in ontmantelingsprojecten kan sommige van deze nadelen helpen overwinnen.
Kansen
Er zijn ook kansen door de huidige ontwikkelingen. Nieuw materieel voor de installatie van windparken kunnen worden gebruikt voor het verwijderen van relatief kleinere platforms en jackets in de Nederlandse sector. Door het combineren van opdrachten kunnen operators flexibiliteit bieden aan de markt en de nodige middelen aantrekken. Er is een tendens om van éénmalige hijscontracten over te gaan naar grotere raamovereenkomsten, wat meer flexibiliteit en duidelijkheid biedt.
In het Verenigd Koninkrijk stimuleert de ‘North Sea Transition Deal’ de marktcapaciteit door een vrijwillige inzet voor 50% lokaal Britse inhoud voor nieuwe energietransitieprojecten en ontmanteling tegen 2030. Dit heeft geleid tot de oprichting van nieuwe sloopwerven. Ook in Nederland zijn er initiatieven om een mogelijke sloopwerf in de Eemshaven te verkennen. Over het algemeen lijkt er voldoende sloopwerfcapaciteit te zijn in de Noordzeeregio.
Bekijk al het nieuws