De start van het Programma Natuurversterking Noordzee (PNN) is gepubliceerd door de Rijksoverheid. De publicatie volgt op de recente aankondiging van minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal, bij de viering van het 5-jarig jubileum van De Rijke Noordzee. Met het PNN wil het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voortbouwen op het goede werk van De Rijke Noordzee in de afgelopen 5 jaar.
“We komen nu eindelijk uit de startblokken om verder te werken aan méér natuur onder water en in en om de windparken op zee. In 2022 hebben we daar al € 150 miljoen voor gereserveerd uit het Klimaatfonds. Het programma wordt een samenwerking tussen de overheid en commerciële partijen, op zoek naar nieuwe mogelijkheden voor méér natuur in onze Noordzee. En dat is broodnodig, want de natuur in de Noordzee staat onder toenemende druk.”
Wat is het PNN?
Doel van het PNN is om de natuur van de Noordzee te verbeteren. Daarvoor zijn experimenten in de praktijk nodig, maar ook de uitwisseling van kennis op internationaal niveau. Het programma financiert meerdere pilots en werkzaamheden op deze gebieden.
Het programma is een aanvulling op de al verplichte wettelijke maatregelen en afspraken uit het Noordzeeakkoord uit 2020 en het Programma Noordzee 2022-2027. Uitgangpunt hierin is dat duurzame windenergie op zee alleen ontwikkelt kan worden als daar binnen de ecologische grenzen ruimte voor bestaat.
Daarnaast zijn er extra maatregelen voor het herstel van soorten die bedreigd worden door de ontwikkelingen op de Noordzee. Zowel onder water, als boven water. Het PNN werkt ook aan mogelijkheden voor het herstel van riffen en oesterbanken.
De Rijke Noordzee
Door intensief gebruik zijn bijna alle natuurlijke riffen op de Noordzee verdwenen. Medewerkers van Natuur & Milieu en Stichting de Noordzee vroegen zich 5 jaar geleden af of de natuur geholpen zou kunnen worden sterker te worden door het inzetten van windmolens. De gedachte was dat de funderingen en de steensbeschotten rondom windmolens een ideale omgeving leken te vormen voor het aanleggen van riffen en op die manier zeeleven aan kunnen trekken.
Hiertoe zijn verschillende pilots doorlopen. Onder meer met Van Oord en Eneco voor het uitzetten van kunstmatige oesterriffen. Met Ørsted werd een onderzoek gestart met betrekking tot kreeften. En met Vattenfall werd gekeken of de binnenkant van de monopalen geschikt zou kunnen zijn voor het leven van kleine dieren. In de afgelopen 5 jaar is veel vooruitgang geboekt en is gebleken dat het zeeleven zich inderdaad kan vestigen rondom windmolens.
Het PNN-programma gaat dan ook van start met een stevige fundering van De Rijke Noordzee. Vanuit het besef dat de uitrol van beschermende natuur hard nodig is gezien de enorme toename van windmolens de komende tijd. En in samenwerking met diverse partijen uit de windenergiesector, waaronder NWEA, natuurorganisaties, bedrijven, wetenschappelijke instituten en onderwijsinstellingen.
Daar kan dus nu een stevige bijdrage vanuit de overheid aan toegevoegd kan worden.
Foto: @Richard Rood
Bekijk al het nieuws