Dat blijkt uit het deze week gepubliceerde onderzoeksrapport: 'Risico’s windmolens op bodem- en watersysteem' van RoyalHaskoning DHV. Het onderzoek is opgesteld in opdracht van de provincie Flevoland naar aanleiding van een motie van Provinciale Staten. Het rapport concludeert dat de impact van windmolens op bodem- en watersystemen door BPA, microplastics en fijnstof verwaarloosbaar is in vergelijking met andere bronnen. Windmolens dragen slechts een klein deel bij aan deze emissies, en verdere vermindering van deze impact is haalbaar door technologische verbeteringen en optimalisaties.
"De afgelopen tijd was de bisfenol A-uitstoot van windturbines een terugkerend onderwerp in gesprekken over windenergie. We zijn blij dat er nu duidelijkheid is.
Prettig voor omwonenden en voor de windsector."
Nieuw onderzoek
Het rapport 'Risico’s windmolens op bodem- en watersysteem' dat is opgesteld door RoyalHaskoningDHV richt zich op de mogelijke milieu-impact van windmolens op het bodem- en watersysteem, specifiek door de verspreiding van Bisfenol A, microplastics en fijnstof. Het onderzoek werd opgestart naar aanleiding van een motie die Provinciale Staten van Flevoland aannam in november 2023. Het rapport stelt dat de bevindingen ook voor andere provincies bruikbaar zijn.
De conclusies zijn:
- Windmolens in Nederland dragen jaarlijks naar schatting slechts 0,0005% van de totale emissie van microplastics in Nederland bij.
- De uitstoot van BPA per turbine wordt geschat op 0,2 gram per jaar (maximaal 2 gram bij zware slijtage).
- De hoeveelheid BPA die via windturbines in het milieu komt, is verwaarloosbaar in vergelijking met andere bronnen zoals huishoudelijk afvalwater.
- De gemodelleerde concentraties van BPA en microplastics in lucht en op de grond zijn zeer laag (bijvoorbeeld: 0,005 ng/m³ BPA direct achter rotorbladen).
Motie wordt niet uitgevoerd
Gezien de conclusies dat windmolens als bron van BPA marginaal is, er waarschijnlijk geen oorzakelijk verband kan worden aangetoond, de verspreiding diffuus is over de gehele provincie en verhoogde concentraties als gevolg van emissies uit windmolens naar verwachting niet meetbaar zullen zijn, wordt de eerder aangenomen motie niet uitgevoerd.
Genoemde motie was eerder door de Provinciale Staten op 8 november 2023 aangenomen. In de motie was gevraagd om het betreffende onderzoek.
Risicoinschatting:
- Bodem en water:
- Verwachte concentraties van BPA en microplastics in bodem en water zijn dermate laag (orde van nanogrammen per liter) dat deze meestal niet meetbaar zijn.
- De achtergrondbelasting door andere bronnen is significant hoger dan de bijdrage van windmolens.
- Gezondheid en milieu:
- De impact van BPA en microplastics vanuit windmolens op de volksgezondheid en ecosystemen wordt als minimaal beschouwd.
- Microplastics uit andere bronnen (zoals banden en landbouwfolie) vormen een veel groter risico.
Wat is bisfenol A?
RIVM definieert bisfenol A als een chemische stof die veel voorkomt in producten die bepaalde soorten plastics bevatten. Denk aan bouwmaterialen, elektronica, verpakkingen voor eten en drinken, implantaten, infuusapparatuur en speelgoed. Hoewel sommige componenten van windturbines BPA kunnen bevatten, is er geen breed gedragen bewijs dat windturbines significante hoeveelheden BPA uitstoten. Bovendien breekt de stof af in het milieu (snel in oppervlaktewater, langzamer in grondwater). Het RIVM concludeert dan ook: “De aanwezigheid van de stof in het milieu draagt nauwelijks bij aan de totale blootstelling van consumenten. Mensen krijgen bisfenol A vooral op andere manieren binnen, zoals via voedsel.”
Uit onderzoek blijkt dat BPA, door zijn hormoonachtige eigenschappen, kan binden aan oestrogeenreceptoren, waardoor het lichaamsgewicht, cardiovasculaire functies, reproductieve afwijkingen en tumorvorming kan beïnvloeden.
De Helpdesk Wind op Land vermeldt dat of en hoeveel BPA vrijkomt in het milieu door windturbines op land sterk afhangt van de gebruikte coatings. Voor windturbines wordt ook veel gebruikgemaakt van coatings van polyurethaan, waar meestal geen BPA in zit. Als er BPA wordt aangetroffen in de omgeving van een windturbine, dan kan dat ook op een andere manier in het milieu terechtgekomen zijn. BPA wordt in veel producten gebruikt, zoals hierboven toegelicht.
Het RIVM doet onderzoek naar de veiligheid van chemische stoffen, waaronder bisfenol A. Daarnaast onderzoekt het RIVM de veiligheid van stoffen die een alternatief kunnen zijn voor bisfenol A. Ook adviseert het ministeries over de veiligheid van stoffen en hoe deze veiligheid bepaald kan worden.
Begrippen:
- Bisfenol A (BPA): Een chemische stof in epoxycoatings van windmolenbladen.
- Microplastics: Secundaire microplastics die vrijkomen door slijtage van turbinebladen.
- Fijnstof: Deeltjes die zich via lucht kunnen verspreiden en zich gedragen als fijnstof.
Aanbevelingen:
- Meetprogramma:
- Een gericht meetprogramma rond windmolens heeft waarschijnlijk beperkte toegevoegde waarde vanwege de lage bijdrage van windmolens aan de totale emissies.
- Alternatieven, zoals een brede meetcampagne naar BPA en microplastics in de hele provincie, worden aanbevolen om beter inzicht te krijgen in verspreiding en bronnen.
- Innovatie:
- Verbeterde coatings voor windmolenbladen (bijvoorbeeld polyurethaancoatings) kunnen slijtage verder verminderen.